Home » Over het theater » Beleidsplan
Beleidsplan
Stichting Cultureel Centrum het Heerenlogement
Hoofdstuk 1. Het Heerenlogement
Historie
Het Heerenlogement in Beuschem heeft gedurende de afgelopen eeuwen een belangrijke functie vervuld als trefplek.
Eind zeventiger jaren blies een gezelschap van geëngageerde artiesten, maar ook lokale bestuurders uit de gemeente Beusichem de theatervorm nieuw leven in. Er werd een stichting opgericht onder de naam: Stichting Cultureel Centrum het Heerenlogement. De stichting werd verantwoordelijk voor de culturele activiteiten in Theater het Heerenlogement.
Juist het engagement bepaalde al vrij snel de positie van het Theater: geen gemakkelijk amusement voor een breedte publiek maar inhoudelijk en kwalitatief voor een stevige doelgroep. De gemeente heeft een belangrijke rol in gespeeld in het scheppen van de juiste voorwaarden. Het gebouw blééf in eigendom van de gemeente Buren en werd grondig gerestaureerd en naar de juiste standaard gebracht. Vanaf de zeventiger jaren tot eind negentiger jaren van de vorige eeuw is de gemeente nauw betrokken geweest bij het wel en wee van Theater het Heerenlogement onder meer door het bekleden van bestuursfuncties in Stichting Cultureel Centrum het Heerenlogement. Voorts is door de gemeente het gebouw verpacht onder de conditie dat voorstellingsruimte gegarandeerd zou worden.
Eind negentiger jaren is de bestuurlijke bemoeienis van de gemeente uitgefaseerd. De gemeente is middels een generieke jaarlijkse subsidie betrokken geweest tot 2011. De financiële situatie van de gemeente is aanleiding geweest om de jaarlijks subsidie van 16.000 euro per direct af te bouwen.
Het Heerenlogement nu
Het theater heeft 130 stoelen. Ieder seizoen worden er 40 tot 45 voorstellingen geprogrammeerd.
De gemiddelde bezettingsgraad is meer dan 80%, per seizoen worden er ruim 4500 kaartjes verkocht.
Mission statement:
De stichting stelt zich ten doel om een laagdrempelig en hoogwaardig podium te bieden:
1. Voor aanstormend talent
2. Voor try outs van gevestigd talent
tegen een aantrekkelijke blijvend lage prijs
Vaste theateravond is dinsdagavond, aangevuld met enkele voorstellingen op woensdagavond en zondagmiddag.
De programmering van het theater richt zich op de volgende zaken:
– Het bieden van een podium voor aanstormend talent 2004/5 30%
– Try-out voorstellingen van gevestigde artiesten 30%
– Experimentele en bijzondere muziekvoorstellingen (bijv. Tango) 10%
– Literaire voorstellingen 10%
– Cabaret: 12,5%
– Overig 8,5%
De organisatie
Om een laag tarief te kunnen bieden aan bezoekers bij een zeer gevarieerd aanbod is er voor gekozen om de kosten te reduceren tot het laagst mogelijke.
Een logisch gevolg is dan ook dat het theater wordt bestuurd en gerund door vrijwilligers.
Het bestuur van Stichting Cultureel Centrum het Heerenlogement, die zonder winstoogmerk het theater exploiteert, bestaat uit 5 personen. Een voorzitter, een penningmeester, een secretaris en twee algemene bestuursleden.
De programmadirecteur is verantwoordelijk voor het theateraanbod en legt verantwoording af aan het bestuur. Er zijn twee vrijwillige technici en twee ondersteunende krachten die verantwoordelijk zijn voor de opbouw van de voorstellingen. Dit seizoen wordt er een hoofdtechnicus ingehuurd om de druk op de huidige bezettingsploeg te verminderen.
Op vrijwillige basis werken er vervolgens nog twee gastvrouwen, vijf sjouwers, een lobbiest, een vormgever, marketeers, een webdesigner, een posterophanger, twee folderbezorgers en drie tekstschrijvers.
Inkomsten
De inkomsten die het theater verwerft zijn te verdelen in 3 categorieen
1. Directe verkoop, 65%
2. Vriendenbijdrage, 20%
3. Subsidie, sponsoring en advertenties, 15%
Ad1. De directe verkoop bestaat uit kaartopbrengst en in rekening gebrachte administratie en reserveringskosten.
Ad2. De vrienden betalen een vaste bijdrage van 30 euro per seizoen. Zij worden als eerste benaderd met de nieuwe programmering (op de “vriendenavond” in mei) en worden op bij uitbreidingen of wijzigingen als eerste geïnformeerd. Thans zijn er ongeveer 200 actieve vrienden. Daarnaast zijn er 30 snipvrienden die 100 euro per jaar doneren, 1 hartsvriend á 500 euro en 5 boezemvrienden die 1500 euro doneren op jaarbasis. De vriendenbijdrage is erg belangrijk voor het theater. Nu de betrokkenheid van de gemeente als gevolg van bezuinigingen is weggevallen, neemt het publiek haar verantwoording en zorgt zij voor de instandhouding van een maatschappelijke voorziening.
Ad3. De subsidies die het theater ontvangt zijn voornamelijk eenmalige projectbijdragen, voor bijvoorbeeld de restauratie van gordijnen of een bijzonder optreden. Sponsoring is thans beperkt tot een verdekte sponsorbijdrage (drukwerk, papier en vormgeving). Advertenties staan voor het grootste deel in het programmaboekje.
Opvallende afwezige in het inkomstenoverzicht zijn de consumptie inkomsten. Het theater maakt om niet gebruik van de voorzieningen van het pand en in ruil daarvoor kan de uitbater haar omzet vergroten door het aanbieden van eten en drinken rondom iedere voorstelling. Een situatie die al veertig jaar bestaat en voor beide partijen bevredigend is. Iedere partij kan zich hierdoor focussen op de eigen kernactiviteiten.
Uitgaven
De voornaamste uitgaven zijn de kosten die direct gerelateerd zijn aan een voorstelling. Artiesten, huur van apparatuur en inhuur van een technicus zijn goed voor 75% van de uitgaven.
De overige uitgaven zijn onkostenvergoedingen voor de vrijwilligers, verzekeringen, inventaris en reserveringen.
Publiek
De bezoekers van het Theater laten zich globaal als volgt verdelen: 40% uit de gemeente Buren en 60% daarbuiten. Vaste kern van bezoekers wordt gevormd door de vrienden van het Heerenlogement. De verdeling naar omgeving is onder het vriendenbestand identiek. Het publiek (in het seizoen 2011-2012 kwamen meer dan 4500 bezoekers) bestaat dus naast de vaste kern uit het vriendenbestand uit een fiks percentage daarbuiten.
Globaal is de doelgroep die zich aangetrokken voelt door het Heerenlogement in tweeën te delen: zij die gericht op de artiest of voorstelling afkomen en zij die uit nieuwsgierigheid zoeken naar het onbekende en de nog niet gevestigde namen. Door de kwaliteit van de programmering door de jaren heen is deze groep betrekkelijk groot.
Omgeving
Het Theater ligt in Beusichem, een welvarend dorp aan de rand van de Betuwe. Het dorp Beusichem maakt onderdeel uit van de gemeente Buren, een gemeente die bestaat uit zo’n 26.000 inwoners die hoofdzakelijk in de dorpen Asch, Buren, Lienden, Zoelmond, Ommeren, Zoelen, Ravenswaaij, Eck en Wiel, Ingen, Rijswijk, Kerk Avezaath, Erichem wonen. Beusichem ligt zeer centraal tussen Den Bosch, Nijmegen en Utrecht.
Hoofdstuk 2. Waar liggen de doelen?
Algemeen:
In algemene zin blijft het de ambitie van Stichting Cultureel centrum het Heerenlogement een podium te bieden aan artiesten en/of gezelschappen op de volgende gebieden:
– Cabaret
– Muziek, klassiek, modern,klassiek, wereld en populair
– Toneel
– Literaire voorstellingen
Het Heerenlogement zal zich richten op kwalitatief hoogwaardige artiesten die bijvoorbeeld hun weg naar het grote publiek nog niet hebben gevonden of die een intiem theater nodig hebben voor hun voorstelling of try-out. Het kwalitatief hoogwaardige karakter staat hierbij voorop.
Wat zijn kwalitatief hoogwaardige artiesten? Dat is natuurlijk een lastig begrip. Toch een poging voor een verduidelijking van het begrip. Het gaat om artiesten die zowel qua inhoud van hun voorstelling als de wijze waarop ze deze voorstelling vormgeven uitstijgen boven het gemiddelde. De kwaliteit van hun performance is primair, de toegankelijkheid voor een breed publiek secundair. |
Het doel is om financieel een breed draagvlak te krijgen en de onafhankelijkheid te borgen.
Programmering
Inhoudelijk richt de programmering zich op de bovengenoemde doelstelling. Hierin is het gebruik van de theaterruimte op de markt in Beusichem een vertrekpunt.
In de capaciteit zijn er beperkingen. De huidige zaal is gebonden aan een maximum aantal voorstellingen en vaste avonden waarin het weekend geen mogelijkheid biedt.
In het verzorgingsgebied zal gekeken worden naar andere accommodaties of accommodatievormen (huiskamertheater, festivals) die passen bij de voorstelling of die een bepaalde theatervorm kunnen toelaten.
Publiek/ Doelgroep
Het Publiek komt voornamelijk uit het verzorgingsgebied. Het publiek dat wordt geadresseerd kenmerkt zich door een theaterminnend publiek dat juist het Heerenlogement bezoekt voor de voorstellingen die in het zelfde verzorgingsgebied in grote zalen niet voor handen is. Hiertoe zal op een goede manier gebruik moeten worden gemaakt van de verrijking van de informatie uit het “ vriendenbestand” . Onderzocht moet worden op welke wijze de bekende doelgroep beter geadresseerd kan worden, of het mogelijk is de doelgroep te verbreden door een ander aanbod c.q. andere locatie, of dat er in bepaalde doelgroepen verdiepingsslagen mogelijk zijn. Meer diepgang zou kunnen leiden tot een verhoging van bijvoorbeeld het entreebewijs voor speciale doelgroepgerichte voorstellingen.
Organisatie
Het bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor de organisatie. De organisatie rust primair op de inspanningen van vrijwilligers. De huidige organisatievorm, heeft wel een praktische beperking. Het aantal vrijwilligers is bepalend voor de in te zetten mankracht waarbij continuïteit en inzetbaarheid afbreukrisico’s vormen. Het uitbreiden van het aantal vrijwilligers is ook niet onbeperkt. Immers ook een sterke uitbreiding van het aantal vrijwilligers levert managementproblemen op.
Financiën
De Stichting stelt zich hierbij ten doel dit op een zodanige wijze te doen dat financiering van het gehele seizoen op een evenwichtige wijze plaats vindt. De Stichting heeft geen winstoogmerk, dit betekent dat uitgaven en inkomsten in balans moeten worden gebracht.
De uitgaven in de vorm van honoraria en technische vereisten van de artiesten dienen als een vast gegeven te worden beschouwd. De kosten van de organisatie moeten recht doen aan het karakter van een vrijwilligersorganisatie. Eveneens moet een vaste post aan organisatiekosten worden meegenomen zoals website, ticketing, verwervingskosten etc.
De inkomsten moeten een evenwichtig en structureel geheel vormen van bijdragen uit kaartverkoop, “vrienden” van het theater, sponsorbijdragen en gemeentelijke, provinciale of landelijke subsidies. Incidentele bijdragen moeten incidentele kosten dekken.
Hoofdstuk 3. Hoe gaan we onze doelen realiseren?
Een bredere financiële dekking willen we niet bereiken met het verbreden van het aanbod of het verhogen van de entreeprijzen. Veel voorstellingen zijn verlieslatend en een verhoging van de entreeprijzen schrikt het publiek af.
De financiële onafhankelijkheid kan worden kunnen bereikt door:
1. Vriendenbijdragen
2. Sponsoring
3. Subsidies/ fondsen
4. Scherpere inkoop.
Ad1. Met het instellen van vrienden, snipvrienden, hartsvrienden en boezemvrienden is een belangrijke inkomsten bron aangeboord die het wegvallen van de gemeentelijke subsidie heeft ondervangen. Groot voordeel is de grote spreiding. De afhankelijkheid van één grote partij (Gemeente Buren) is volledig verdwenen. Daarentegen kost het meer inspanning om het vriendenbestand in stand te houden.
Vrienden zullen gekoesterd moeten worden teneinde ze voor een langere periode aan het theater te binden. Door vrienden te betrekken bij het werven van nieuwe vrienden wordt de betrokkenheid vergroot en wordt het theater een sociale ontmoetingsplek van het publiek.
Meer vrienden zorgen bovendien voor een betere bezettingsgraad. Het verkrijgen van een ANBI status zal de aantrekkelijkheid sterk vergroten voor met name de hogere bijdragen van de boezemvrienden.
Ad2. Het doel is niet het vinden van één hoofdsponsor. Spreiding is ook hier gewenst om zo de onafhankelijkheid te vergroten. Het programmaboekje is de laatste jaren omgebogen van een kostenpost naar een inkomstenbron door meer advertenties toe te laten. Door de dialoog aan te gaan met de adverteerders wordt de betrokkenheid vergroot en wordt de bereidheid om mee te denken over vormen van sponsoring vergroot.
Ad3. De focus komt meer en meer te liggen op het vinden van eenmalige bijdragen voor eenmalige projecten. Zo worden nu al bijzondere voorstellingen gesponsord en wordt een fonds aangesproken ter vervanging van de vleugel. De komende twee jaren zal de focus liggen op het vervangen van de licht- en geluidinstallatie met behulp van fondsen. Een vrijwilliger, belast met fondsenwerving is hiervoor aangetrokken.
Ad4. Waar vroeger artiesten garanties konden eisen laat de markt dat steeds minder toe. Aangezien inkoop verreweg de grootste kostenpost is valt hier nog een flinke winst te behalen.
Belangrijk uitgangspunt is niet het uitknijpen van de artiest, maar het verlagen van het financiële risico. Het huidige gebruik om een minimum bedrag te betalen, de zogenaamde garantie, dient te worden losgelaten. Het te betalen honorarium van de artiesten dient te worden gefinancierd uit de kaartverkoop van de desbetreffende voorstelling. Het gevaar dat op de loer ligt is dat er minder risico wordt genomen met de programmering en het aanbod minder onderscheidend wordt.
De programmering zal zich daarom ook meer dan ooit moeten richten op aanstormend talent (lagere kosten) en op de gevestigde namen die willen komen try outen. Door te concentreren op deze twee uitersten zal Theater het Heerenlogement voldoende onderscheidend in de markt kunnen opereren en zo groot publiek blijven aanspreken.